Open ruimte

Geloof niet

De rebbe spreekt recht. Voor hem en zijn leerlingen verschijnt een strijdend echtpaar. Eerst wordt de man naar binnen gevraagd om zijn verhaal te doen. Nadat de rebbe het verhaal heeft aangehoord zegt hij: ‘Je hebt gelijk’. Dan komt de vrouw met haar verhaal. En de rebbe zegt: ‘Je hebt gelijk’. Na afloop vragen zijn leerlingen hem: ‘Maar rebbe, hoe kan dat nu: eerst geef je de man gelijk en dan geef je de vrouw gelijk?’ De rebbe antwoordt: ‘Jullie hebben gelijk’.

Het is niet eenvoudig om als vrijzinnige te schrijven over geloofszaken. Hoewel onze oorsprong bestaat uit het ontkennen van bepaalde geloofsovertuigingen - waarvan de drie-eenheid misschien wel het meest markante voorbeeld is - is het altijd een hachelijke zaak geweest om anderen, en vooral dan de orthodoxe christenen, uit te leggen wat vrijzinnigheid is.
Ik zal proberen aan te duiden wat er volgens mij wringt, aan de hand van drie statements:

  1. Geloven wat ik wil
    Als iemand zegt: een vrijzinnige gelooft niet in de drie-eenheid, dan zullen weinig mensen daar raar van opkijken. Dit was immers een van de breekpunten van oudsher en dit is heel makkelijk aan anderen uit te leggen: God is nu eenmaal één en niet drie.

    Maar het gekke is dat ik heel goed vrijzinnig kan zijn en toch kan geloven in de drie-eenheid, toch kan geloven dat Jezus de zoon van God is en toch alle dingen kan geloven die normaal beschreven staan als niet–te–geloven voor een vrijzinnige. De vrijzinnigheid dringt de anderen immers niets op!

  2. Geloven is gevaarlijk
    Dat brengt ons direct al naar het tweede punt: geloven is een tricky business. De geschiedenis leert ons over mensen die vervolgd werden om hun geloof, maar zo gauw ze zelf aan de macht kwamen weer anderen gingen vervolgen. Zo gauw er bij geloven een object nodig is (‘ik geloof in God’) is de basis gelegd voor een volgende oorlog. Als iemand zou zeggen: ‘Ik geloof.’ (vooral die punt niet vergeten!), dan kunnen vrijzinnigen en niet-vrijzinnigen zich daar direct bij aansluiten.

    Over het object van geloven gaat ook die prachtige zen-legende over de Bodhiboom. Een monnik, van wie men aannam dat hij de volgende abt van het klooster zou worden, schreef, als een soort sollicitatiebrief, het volgende gedicht:


    ons lichaam is de Bodhiboom
    en onze geest is als een heldere spiegel met standaard
    ijverig poetsen we hem de hele tijd
    zodat er geen stofje op kan gaan zitten.


    De reactie van een andere monnik, aan wiens verstandelijke vermogens door velen werd getwijfeld, was:


    er is geen Bodhiboom
    noch de standaard van een heldere Spiegel
    want alles is leeg
    waar zou het stof op kunnen gaan zitten?


    U raadt al wel wie de volgende abt werd.

  1. Liefde
    Toch praat iedereen steeds weer over geloven. Alsof het geloof belangrijk zou zijn voor een vrijzinnige. Onlangs sprak ik met iemand van de Vrijgemaakt gereformeerde kerk, die op een zondagmorgen een studieopdracht kwam uitvoeren in het NPB-huis in Veenendaal. Ik probeerde haar duidelijk te maken dat geloven bij ons het ‘elkaar vertellen van verhalen’ is. Je informeert de ander, maar je probeert niet op één lijn te komen, laat staan elkaar te overtuigen. Zij kwam met de vanzelfsprekende vraag: ‘Is het niet allemaal heel vrijblijvend dat vrijzinnige geloof?’ Ja dat is het, want dat vrijzinnige geloof is ook heel oninteressant.
    Het is opmerkelijk dat wij en andere ‘gelovigen’ onze focus bij een geloofsgemeenschap vaak volledig richten op het woordje geloof en zelden op gemeenschap. Als we het over vrijzinnig hebben, hebben we het zelden over hoe wij met elkaar omgaan of hoe wij samenzijn beleven.

    De prachtige tekst uit 1 Korinthe 13 wordt aan Paulus toegeschreven. Hij zegt daar, naar mijn mening, twee opmerkelijke dingen over de liefde:

Geloof niet

geloof niet
dat een mens op water loopt,
wat is dat waard?
loop met aandacht op het land!
geloof het niet
dat jij een berg verplaatsen moet,
wat is dat waard?
de bergen horen waar ze staan;
als je gelooft, geloof dan slechts in de liefde

geloof niet
'vreemd moet wel gevaarlijk zijn',
bekrompen zicht:
wij zijn vreemden voor onszelf,
geloof niet dat
geweld een vaardig antwoord is
en mis de vraag
niet die er aan ten grondslag ligt;
zonder geloof vaart ieder wel met de liefde

de liefde:
open aandacht voor elkaar;
de liefde leeft,
legt de wereld in mijn hand;
zij gaat op weg
en neemt me met haar mee, ik weet
zij is de weg, de waarheid heel mijn leven lang;
al wat ik hoop wat ik geloof is de liefde.