Open ruimte

Over fundamentalisme

Het offer van Abraham. Dat staat in de Statenvertaling boven de tekst van Genesis 22. De onlangs verschenen nieuwe vertaling heeft als titel Abraham op de proef gesteld. De joden noemen het De binding van Jitschak.

Soms denk ik wel eens dat het allemaal de schuld van de oude aartsvader is. Het fundamentalisme, de aanslagen, de godsdienstoorlogen – dat alles is terug te voeren op het verhaal van Abraham die zijn zoon wil offeren.
Fundamentalisten gaan respectloos om met het leven: een niet te controleren bovennatuurlijke macht is blijkbaar in staat hun innerlijk weten te overstemmen. Waar ligt de grens tussen Abrahams blinde vertrouwen op God en godsdienstwaanzin? Is Abraham ‘s werelds eerste fundamentalist?

Het verhaal heeft door de eeuwen heen vele duidingen gekregen. Er zijn in de joods-rabbijnse traditie verschillende midrasjiem (vertellingen, nieuwe bewerkingen) geweest die met dit verhaal gevochten hebben:

Er zijn zo veel uitleggingen van dit verhaal.
Feit is echter dat in de versie die in onze bijbel staat (en ongeveer ook in de koran) Abraham bereid is zijn eigen zoon te doden. En dat wordt hem nota bene ‘als gerechtigheid aangerekend’, om Paulus maar eens verkeerd te citeren.

In het boek Abraham van Bruce Feiler leren we een arme orthodoxe jood kennen die een klein winkeltje heeft. Het is een aller beminnelijkste man. Hij kan mooi over Abraham vertellen.
Aan het einde van de ontmoeting stelt Feiler hem de vraag wat hij zelf zou doen als God het hem zou vragen. De man antwoordt dat hij hoopt bereid te zijn om zijn zoon te doden...

Door jouw nakomelingen zullen alle volken op aarde gezegend worden...

Het lijkt een sarcastische opmerking in de trant van: ‘Gefeliciteerd met zo’n aartsvader. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.’

Omdat je dit gedaan hebt weet ik dat ...

Het klinkt vandaag de dag, na alle aanslagen, na alle haat zo ontzettend cynisch dat je wenst dat dit verhaal nooit in de bijbel en de koran was opgenomen. Waarschijnlijk was dan de betekenis van Abraham ook minder geweest. Want, hoewel elke exegese de nadruk legt op het belang van de ‘uittocht’ van Abraham uit Ur (Genesis 12), de huidige religieuze opvattingen over Abraham zijn ondenkbaar zonder het verhaal van de binding.

Wat moeten we doen? Het verhaal schrappen? Het ontkennen? Het bagatelliseren: ‘Er staat wel meer in de bijbel wat we nu niet meer serieus nemen: uitspraken over homo’s, vrouwen, goddelozen en zo. Foutje van vroeger. Sorry!’
Maar hoe kunnen we dan nog communiceren met diegenen die het verhaal nog steeds erg belangrijk vinden? We moeten het gesprek op gang helpen - meer kan een mens niet doen. Maar waar hebben we het dan met elkaar over?

Ik bepleit dat we, in de lijn van de eeuwenoude traditie, het verhaal opnieuw vertellen. Het verhaal zelf doorleven en dan opnieuw vertellen geeft het oorspronkelijke verhaal weer nieuw leven.
Ik heb daar ooit twee poging toe ondernomen in God in het gekkenhuis: Een goed gesprek en De binding van Izaak.

Bijbelverhalen moeten altijd opnieuw worden verteld. De letters moeten zich steeds opnieuw kunnen ordenen. Ze mogen niet verstijven en verstarren. Het levende woord dient behouden te worden, juist door het opnieuw te vertellen.