God in het gekkenhuis

Midden in de winternacht

GIG 4

Kwartetten

Midden in de winternacht, op een doodnormale woensdagavond, komt Satan bij God op bezoek. Het is tijd voor hun wekelijkse partijtje kwartetten. Satan is, anders dan normaal, in een bijzonder goed humeur.
‘Ik geloof dat ik vanavond ga winnen,’ lacht hij breeduit naar God.
God kijkt hem bemoedigend aan. ‘Geloven? Dat is mooi vriend!’
Hij pakt het stapeltje kaarten en begint te delen. Het is een simpel spel, waarvan beiden de regels zo aangepast hebben dat het goed met zijn tweeën te spelen valt.
Satan schenkt de wijn in. God stopt zijn pijp.
‘Heb jij vuur?,’ vraagt hij. Satan haalt een brandend kooltje uit zijn zak en geeft dat aan God.
‘Handig,’ zegt God en steekt, heel precies, zijn pijp aan.

‘Mag ik van jou,’ begint hij, terwijl hij goedkeurend zijn kaarten bekijkt, ‘een aardbeving in Zuid-Oost Azië?’
Satan kijkt verrast op. ‘Jij speelt vals, vriend,’ zegt hij, ‘je hebt je alwetendheid nog bij je.’
Gods gezicht kleurt rood. ‘Sorry,’ mompelt hij, ‘Ik weet niet wat het is, maar ik ben de laatste tijd zo verstrooid.’ Hij loopt naar het grote Bureau dat in de kamer staat en rommelt daar wat rond.
‘Leg er gelijk ook je wonderkrachten en zo neer,’ roept Satan vanaf de tafel, ‘en neem nog een fles wijn mee.’
God knikt afwezig en sloft weer terug. Hij zet de fles op tafel.

‘Wat vroeg ik ook alweer?,’ vraagt hij peinzend.
‘Een overstroming in Afrika,’ helpt Satan hem.
‘Oh ja.’ Gods gezicht klaart op. ‘Mag ik van jou, een overstroming in Afrika?’
‘Heb ik niet!,’ zegt Satan triomfantelijk.
God kijkt verbaasd in zijn kaarten.
‘Mag ik dan van jou,’ begint Satan, ‘een vergeving in Zuid-Afrika?’
God controleert langzaam zijn kaarten, pakt met enige tegenzin de gewenste kaart en geeft die aan Satan.

Zo gaat de avond in alle rust en gezelligheid voorbij. God ontdekt zo af en toe een kaart in een mouw van Satan en Satan vult steeds opnieuw de glazen bij.

Geboren worden als God

Het zal zo tegen tienen zijn als de deur opengaat en een vrolijke jongeman enigszins gehaast de kamer binnenkomt.
‘Dag vader,’ zegt de jonge man.
‘Dag zoon,’ begroet God hem vriendelijk.
‘Dag oom Satan,’ lacht de jongen naar de oude knorrige man die blijkbaar aan het verliezen is.
‘Ja dahag!,’ gromt Satan. ‘Ik snap het niet,’ mompelt hij voor zich uit, ‘ik had het toch zo goed voorbereid. Ik geef het op!’
Met een dramatisch gebaar smijt hij de kaarten op de tafel. Hij wendt zich tot de zoon van God en zegt: ‘Jezus, wat heb jij een haast!’
‘Ja ik moet vanavond nog geboren worden,’ verontschuldigt deze zich. ‘Vader, weet u waar mijn alwetendheid ligt?’
God kijkt wat ongemakkelijk om zich heen. ‘Ik zou het zo niet weten,’ antwoordt hij.
‘Geboren worden,’ zegt Satan. ‘Wat ben je van plan, jongen?’
‘Ik ga vanavond naar de aarde en wordt daar geboren, oom.’
‘En wat mag daar het nut van zijn, als ik vragen mag?’
Satan heeft de glazen inmiddels nog eens bijgeschonken en leunt gevaarlijk achterover.
Jezus begint te glunderen en zegt: ‘God die geboren wordt op aarde voor de mensen. Denkt u zich dat eens in.’
‘Ik doe mijn best,’ bromt Satan, ‘maar ik kan me er niet veel bij voorstellen. Vertel verder.’
‘Nou, vrede op aarde en zo.’
‘Vrede op aarde?,’ Satan kijkt naar zijn glas en richt zich vervolgens tot God. ‘Ligt het aan de wijn of bazelt die jongen van jou?’
‘Hij is enorm serieus,’ zucht God.
‘Ja, ik word geboren en als ik dan later groot ben, vertel ik iedereen hoe ze moeten leven. En dan krijgen die arme mensen eindelijk vrede op aarde.’
Met een enorme knal valt Satan achterover met zijn stoel.
God haast zich naar hem toe en helpt zijn makker weer overeind.
‘Dit,’ sputtert Satan, ‘dit is wel het onzinnigste wat ik ooit heb gehoord.’
Jezus kijkt hem verbaasd aan. ‘Waarom, wat is er mis mee, oom?’
‘Wat is er mis mee,’ bromt Satan, ‘er is volgens mij alles mis mee!’
Het is een tijdlang stil.

Geboren worden als een mens

‘Waar word je geboren als ik vragen mag?’
Satan kijkt de jongen wantrouwend aan.
Maar deze wordt weer enthousiast. ‘Het handigste leek mij Rome. Dat is momenteel het centrum van de macht. Keizer Augustus’ vrouw is zwanger, en daar wilde ik gebruik van maken.’
‘Dat wordt helemaal niks,’ zegt Satan en schenkt zichzelf nog een glas in.
‘En waarom niet?,’ vraagt Jezus onzeker.
‘Wat stelt het voor?,’ antwoordt Satan. ‘God die geboren wordt als een God en die dan gaat vertellen hoe het moet. Ik dacht dat je vader zo van die zogenaamde ‘vrije wil’ hield. Maar dit kun je toch geen vrije wil meer noemen? Welk mens zou het wagen nee tegen jou te zeggen? Ik dacht’ en hij wendt zich tot God, ‘dat mensen de vrede in hun eigen hart moesten zoeken?’
God lijkt voor zich uit te dromen.
‘Ja maar,’ protesteert Jezus, ‘iemand zal hun toch moeten vertellen hoe ze het moeten doen.’
‘Okay,’ geeft Satan toe, ‘maar je zou bijvoorbeeld gewoon als mens kunnen gaan. En dan bedoel ik: een gewoon, arm mens. Ja jongen, leef en sterf als een arm en rechteloos mens. Vertel dan de wereld wat je te vertellen hebt en kijk dan maar eens hoe ze reageren.’

Jezus denkt na.
‘Misschien hebt u gelijk, oom. Maar ik moet nú geboren worden. Ik heb de engelen al geregeld en u weet hoe moeilijk het is om een afspraak met hen te maken.’
‘Breek mij de bek niet open,’ moppert Satan, ‘zeker alles met die Michaël geregeld?’ Jezus knikt.
‘Dan zit je er aan vast, jongen. Maar ik weet nog wel ideale ouders voor je. Ze zijn nog wel verloofd, maar een kniesoor die daar op let. Hij is timmerman en zij is nog een meisje. Ze zijn zo arm als Job.’

God kijkt op. ‘Job?,’ zegt hij, ‘Hoe zat dat ook alweer?’
‘Niet belangrijk!,’ reageert Satan snel, ‘Het punt is dat het meisje niet zwanger is. Misschien kan je vader daar snel wat toveren?’
‘Dan moet ik mijn wonderkrachten weer hebben,’ zegt God en sloft weer naar zijn bureau.
‘Hey, zoon,’ roept hij, ‘hier ligt je alwetendheid, dan kan je gelijk zien waar dit alles uiteindelijk toe leidt.’
‘Nee, nee,’ protesteert Satan, ‘dan ontneem je dit avontuur zijn kracht. Wat is er nou aan als je weet hoe alles afloopt?’
God kijkt hem vragend aan.
‘Okay,’ geeft Satan toe, ‘de kans is groot dat het een fiasco wordt. Okay. De kans dat je als arm mens in het jaar nul op een natuurlijke dood sterft is bijna nul. Dit loopt niet goed af, okay! Maar wil je het weten als God of wil je als mens daar rondlopen met je geloof, hoop en liefde.’
Het klinkt alsof hij de laatste woorden bijna niet uit kan spreken.
Jezus knikt.
‘Vader ik moet nu geboren worden, anders krijg ik ruzie met Michaël.’
God knikt en neemt de spiegel die op zijn bureau ligt en kijkt er behoedzaam in.
‘Ah, daar zie ik ze. Een aardige man lijkt me dat, die timmerman, en die vrouw...’
God zwijgt een moment en het lijkt alsof hij weer in gedachten verzonken is.
‘...precies je moeder.’

De keus

‘Wat vind je van mijn jongen?,’ vraagt God als hij samen met Satan in de keuken staat af te wassen. ‘Is het geen voorbeeldig kind?’ Er klinkt oprechte trots in zijn stem.
‘Tja,’ Satan denkt na, terwijl hij heel voorzichtig de wijnglazen afdroogt, ‘hij weet natuurlijk dat, als het mis gaat, jij wel zult ingrijpen. Die Michaël van jou staat waarschijnlijk nu al te trappelen van ongeduld met zijn enorme legermacht.’
Hij zet het blinkende glas behoedzaam in de kast.
God zwijgt.
‘Stel,’ gaat Satan verder, terwijl hij het andere glas met aandacht begint te polijsten, ‘stel dat die jongen van jou openlijk te kennen zou geven af te zien van jouw ingrijpen, wat zou je dan doen als het verkeerd gaat, en ik kan je verzekeren dat het verkeerd gaat.’
God mist zijn alwetendheid een beetje en de last van deze beslissing valt hem erg zwaar.
‘Dan zal ik die wens van hem eerbiedigen,’ zegt hij uiteindelijk na een lang zwijgen.
Satan krijgt bijna medelijden met zijn oude vriend.
‘Ik zal kijken wat ik kan doen, ouwe,’ zegt hij als ze afscheid nemen. Hij pakt zijn agenda, bladert, kijkt en zijn gezicht klaart op. ‘Ik zie dat ik die jongen van jou over dertig mensenjaren in een woestijn tegenkom. Dat lijkt me een mooie gelegenheid om hem op andere gedachten te brengen.’